FD.nl, 31 augustus 2011
Verlies nemen, niet zeuren, doorbijten en de schouders eronder
In de Westerse wereld is er te lang geleefd op te veel geleend geld. In de VS was er sprake van overkreditering van de consument. Binnen Europa was er sprake van overkreditering van verschillende landen om diverse redenen. In hun haast om te redden wat er te redden viel is er overal voor dezelfde oplossing gekozen: overheden hebben de schulden op zich genomen en centrale banken hebben hun balansen opgepompt. Het probleem is echter niet opgelost, maar eenvoudigweg verplaatst. Nu is het de vraag hoe de schulden op een goede manier kunnen worden verteerd.
De enige oplossing die geen pijn doet is door met economische groei uit de schulden te komen. Immers, de schulden worden relatief kleiner naarmate de omvang van de economie toeneemt. Economische groei kan alleen worden bereikt met een stijging van de arbeidsproductiviteit of door verhoging van de arbeidsparticipatie. Nu is het de vraag hoe in Westerse economieën groei kan worden bereikt met een vergrijzende bevolking, terwijl er al veel is geautomatiseerd en arbeidsintensieve productie is verplaatst naar lagelonenlanden. De markt onderkent dit probleem en ziet geen pijnloze oplossing. Dit jaar was de gestaag dalende rente daarvan al het eerste signaal. Waarom zou een belegger zijn geld voor 10 jaar uitlenen tegen een rente van 2%? Dat doet hij alleen als hij de komende tijd geen economische groei verwacht en weinig inflatie, à la Japan.
Ruim monetair beleid
De Westerse overheden worden gedwongen tot strakke begrotingsdiscipline. Gaten op de begroting kunnen alleen worden gedicht door bezuinigingen en belastingen. Beide maatregelen remmen de economische groei. Daar waar overheden de geldkraan dichtdraaien, worden elders schijnbaar de sluizen opengezet. Centrale banken en organisaties als het Europese Financiële Stabiliteitsfonds (EFSF) proberen de zaak draaiende te houden met een ruim monetair beleid en het opkopen van “oude” risicovolle schuldpapieren. Enerzijds worden banken hiermee overeind gehouden, zodat spaarders niet worden getroffen en het vertrouwen in het financiële systeem blijft bewaard. Anderzijds worden banken voorzien van nieuwe liquiditeiten en wordt er gehoopt dat die aangewend gaan worden voor nieuwe economische activiteiten.
De aflossing van de oude schulden zal erg moeilijk gaan worden en in enkele gevallen niet geschieden. De balansen van centrale banken en andere geldverschaffende instanties kunnen niet eeuwig opgepompt blijven. Uiteindelijk zullen ze op orde moeten worden gebracht. Dat kan alleen door het nemen van verlies en dit verlies te dempen met belastinggeld. De spaarder is zo gered ten koste van de belastingbetaler, maar omdat de spaarder ook de belastingbetaler is, is er thans sprake van een vestzak-broekzakbeleid en daarmee wordt de groei echt niet bevorderd.
Geld rolt niet meer
Intussen lenen de banken hun nieuw verkregen liquiditeiten mondjesmaat uit voor het ontplooien van nieuwe economische activiteiten. Liever stallen ze het geld van hun spaarders bij de centrale banken of beleggen ze het in staatsobligaties van veilige landen, al dan niet gedwongen door de steeds strengere solvabiliteitseisen die door de overheden worden opgelegd. Hiermee zijn we in een situatie beland waarin de centrale banken de rentes op risicovolle oude schuldpapieren kunstmatig laag houden en de banken de rentes op de veilige leningen laag houden. Het geld rolt niet meer.
Deze ontwikkelingen leiden er toe dat inflatie voorlopig geen probleem zal zijn in de Westerse economieën. Beleggers accepteren een lage rente op veilig geachte staats- en bedrijfsleningen onder de vooruitzichten van lage inflatie en weinig groei.
Vraag uit westerse economieën
De opkomende economieën zijn nu nog afhankelijk van de vraag uit de Westerse economieën. Vergrijzing is een probleem in China, maar veel minder in Latijns Amerika, Afrika, India, Indonesië en andere Aziatische landen. In de opkomende economieën kan de arbeidsproductiviteit nog stijgen door het automatiseren van arbeidsintensieve processen. Als deze economieën zich ontwikkelen zoals de Westerse economieën de laatste 100 jaar hebben gedaan, dan hebben ze de Westerse economieën straks niet meer nodig.
Dit biedt kansen aan wereldwijd opererende bedrijven met een sterk merk en een goed management. In plaats van geld te lenen bij de bank halen zij direct geld op bij de beleggers. Deze bedrijven kunnen nu voor heel lange periodes heel goedkoop geld lenen. Met het bieden van kwaliteit in regio’s waar de vraag is, kunnen zij nog heel fatsoenlijke winsten behalen. Wat doe je dan als belegger? Verschaf je goedkoop kapitaal aan zulke bedrijven door hun obligaties te kopen, of deel je liever in een aantrekkelijke winst door in hun aandelen te beleggen? Ik geef de voorkeur aan het laatste.
En hoe moet het nu verder met de schuldencrisis? Het heeft weinig zin om met een beschuldigende vinger te wijzen. Het is onzin dat de euro niet kan voortbestaan zonder politieke unie. De Europese politiek bestaat bij de gratie van de Europese economische samenwerking. Het kan snel gedaan zijn met de Westerse dominantie als er te star wordt vastgehouden aan vanzelfsprekend geworden verworvenheden die helemaal niet zo vanzelfsprekend zijn. Er is maar één oplossing: verlies nemen, niet zeuren, doorbijten en de schouders eronder.