koersontwikkeling van een financiële waarde kan voorspellen. Tenslotte heet een financiële markt sterk efficiënt als het onmogelijk is om op basis van alle denkbare beschikbare informatie, dus ook insider informatie, de toekomstige koersontwikkeling van een financiële waarde te voorspellen. Bovendien geldt voor elk van de drie efficiëntie hypothesen dat de handelsstrategie niet continu een bovengemiddeld rendement kan opleveren als er wordt gecorrigeerd voor risico en transactiekosten. Semi-stringente efficiëntie impliceert zwakke efficiëntie en sterke efficiëntie impliceert semi-stringente en zwakke efficiëntie. Als de zwakke vorm van de EMH verworpen kan worden, dan kan ook de semi-stringente en de sterke vorm van de EMH verworpen worden.

Een bovengemiddeld rendement van technische handelsstrategieën is dus in strijd met de zwakke vorm van de EMH. In dit proefschrift wordt de zwakke vorm van de EMH getest door het toepassen van vele verschillende trend-volgende technische handelsstrategieën op een groot aantal financiële datareeksen. Na correctie voor transactiekosten, risico en de zoektocht naar de beste strategie zal statistisch getoetst worden of de voorspelbaarheid en de winsten gegenereerd door technische handelsregels echt zijn of slechts schijn.

In hoofdstuk 2 wordt een verzameling van 5350 technische handelsstrategieën toegepast op de koersen van cacao goederen termijncontracten verhandeld op de London International Financial Futures Exchange (LIFFE) en op de New York Coffee, Sugar and Cocoa Exchange (CSCE) in de periode van januari 1983 tot en met juni 1997. Voor diezelfde periode wordt de verzameling van strategieën ook toegepast op de Pond-Dollar wisselkoers. Als de verzameling van handelsstrategieën wordt toegepast op de prijzen van de LIFFE cacao termijncontracten, dan wordt er gevonden dat 58% van de technische handelsregels een strikt positief bovenmatig gemiddeld rendement oplevert, zelfs als er een correctie wordt gemaakt voor transactiekosten. Bovendien laat een groot percentage van de technische strategieën een statistische significante voorspellende kracht zien. Echter, als dezelfde strategieverzameling wordt toegepast op de prijzen van de CSCE cacao termijncontracten, dan worden er veel slechtere resultaten gevonden. Nu levert slechts 12% van de handelsstrategieën een bovenmatig gemiddeld rendement op. Verder wordt er nauwelijks nog enige statistische significante voorspellende kracht gevonden. Bootstrap technieken onthullen dat de goede resultaten die gevonden zijn voor de LIFFE cacao termijncontracten niet verklaard kunnen worden door enkele populaire econometrische tijdreeksmodellen, zoals het random walk, het autoregressieve, en het GARCH model. Echter, de resultaten lijken wel verklaard te kunnen worden door een model met een structurele verandering in de trend. Het grote verschil in de gevonden resultaten voor de LIFFE en CSCE cacao termijncontracten kan worden toegeschreven aan het vraag/aanbod mechanisme in de cacaomarkt in combinatie met een toevallige invloed van de Pond-Dollar wisselkoers.

296